Kerkdienst

zondag 23 oktober 2022
Aanvang: 10:00 uur
Dienst: Kerkdienst
Voorganger: Ds. Peter van Ankeren
Locatie: De Morgenster

Collectebestemming: Kerk, Diaconie,


Downloaden audioDownloaden video

Het zal je schoonzoon maar wezen!

In deze dienst lezen we onder meer uit Marcus 1:29-39, waarin het gaat over de genezing van de schoonmoeder van Simon Petrus. Het thema van deze dienst: Het zal je schoonzoon maar wezen!

Peter van Ankeren.

De collecte is vandaag bestemd voor Kerk en Diaconie.
In de kerk wordt gecollecteerd. Wanneer u thuis de dienst meebeleeft kunt u uw bijdrage overmaken naar Gereformeerde Kerk Papendrecht, NL18 INGB 0000 6546 40 o.v.v. collecte 23 oktober 2022.
Dit kan via deze link of door de QR code te scannen:

De opbrengst wordt tussen beide bestemmingen verdeeld.


 

LITURGIE 
  
Voorganger:ds. Peter van Ankeren
Organist:Arie de Bruijn
Lector:Hanny Lingen
Kindernevendienst:Groep 1 t/m 8

 

VOORBEREIDING

Welkomstwoord

Stilte voor persoonlijke voorbereiding

Lied van inkeer: Lied 62a

Bemoediging en groet

v.: Ons vertrouwen is de naam van de Eeuwige
a.: die hemel en aarde met elkaar verbindt
v.: die op weg door de tijd
a.: niet zonder ons mensen wil gaan.

v.: Genade en vrede van God, die als een vader en een moeder wil zijn,
     van Jezus, onze Heer,
     door de kracht van de Heilige Geest.
a.: Amen

Aanvangslied: Psalm 138: 1 en 2

Over de dienst

Gebed om ontferming
v.: … zo bidden en zingen wij: (Lied 299j: 1 en 2)

v.: … door Jezus Christus onze Heer.
g.: Amen.

Glorialied: Lied 299j: 3 en 4

 

ROND HET WOORD

Gesprek met de kinderen, dat we beginnen met het lied ‘Doe het boek maar open’

Doe het boek maar open,
want dat boek gaat over God.
Over mensen met hun vragen,
hun geloof en hun verdriet.
Over zoveel mooie dagen,
hun geluk en hoogste lied.
’t Is een boek voor heel je leven,
stap voor stap ga je op reis.
En geniet van de verhalen,
want zo word je langzaam wijs.

Kinderlied: Lied 285

de kinderen gaan naar de kindernevendienst

Gebed van de zondag

Lezing: 2 Koningen 4: 18-21, 32-37

18Het kind groeide op. Op zekere dag, toen hij was gaan kijken bij zijn vader, die met de maaiers op het land was, 19riep hij plotseling uit: ‘Mijn hoofd! Mijn hoofd!’ De vader beval een knecht de jongen naar zijn moeder te brengen. 20De knecht nam hem op en droeg hem naar zijn moeder. Zij hield hem op haar schoot, maar tegen het middaguur stierf hij. 21Toen ging ze naar boven, legde de jongen op het bed van de godsman en sloot de deur van het vertrek. Daarna ging ze naar buiten
32Toen Elisa zelf bij het huis aankwam, zag hij de jongen dood op zijn eigen bed liggen. 33Hij ging de kamer binnen en sloot de deur achter zich. Toen bad hij tot de HEER. 34Daarna liep hij naar het bed toe en ging boven op het kind liggen, met zijn mond op zijn mond, zijn ogen op zijn ogen en zijn handpalmen op zijn handpalmen. Zo bleef hij over het kind uitgestrekt liggen tot het lichaam weer warm werd.
35Toen kwam hij overeind, liep door de kamer heen en weer, en strekte zich nogmaals over het kind uit. Uiteindelijk niesde de jongen wel zeven keer, en opende zijn ogen. 36‘Roep de moeder,’ riep Elisa tegen Gechazi. Gechazi waarschuwde haar, en toen ze boven kwam zei Elisa: ‘U kunt uw zoon meenemen.’ 37De vrouw kwam de kamer binnen, viel aan Elisa’s voeten neer en boog diep voorover. Toen nam ze haar zoon op en ging de kamer uit.

Zingen: Lied 939: 1 en 3

Lezing: Marcus 1: 29-39

29Toen ze uit de synagoge kwamen, gingen ze rechtstreeks naar het huis van Simon en Andreas, samen met Jakobus en Johannes. 30Simons schoonmoeder lag met koorts in bed, en ze spraken met Jezus over haar. 31Hij ging naar haar toe, pakte haar hand vast en hielp haar overeind. Toen verliet de koorts haar, en ze begon voor hen te zorgen.
32’s Avonds laat, toen de zon al was ondergegaan, brachten de mensen alle zieken en bezetenen naar hem toe; 33alle inwoners van de stad hadden zich bij de deur van het huis verzameld. 34Hij genas vele zieken van allerlei kwalen en hij dreef veel demonen uit, maar stond ze niet toe om iets te zeggen, want ze wisten wie hij was. 35Vroeg in de ochtend, toen het nog helemaal donker was, stond hij op, ging naar buiten en liep naar een eenzame plek om daar te bidden. 36Maar Simon en de anderen die bij hem waren, gingen hem vlug achterna, 37en toen ze hem gevonden hadden zeiden ze tegen hem: ‘Iedereen is naar u op zoek!’ 38Toen zei hij: ‘Laten we ergens anders heen gaan, naar de dorpen hier in de omtrek, zodat ik ook daar het goede nieuws kan brengen. Daarvoor ben ik immers op weg gegaan.’ 39In heel Galilea bracht hij het nieuws in de synagogen en dreef hij demonen uit.

Zingen: Lied 534

Uitleg en verkondiging

Meditatieve muziek

Zingen: Lied 970

 

GEBEDEN EN GAVEN

Pastorale mededelingen

Gedachtenis van Joke van Dalen-van der Kruk
31 augustus 1952 - 11 oktober 2022

Zingen: Lied 886

Gebeden
v.: … zo bidden en zingen wij: (Lied 368j)

Stil gebed – Onze Vader

Inzameling van de gaven, bestemd voor de kerk

Slotlied: Lied 705: 1,3 en 4

Zegen

Bij de uitgang worden uw gaven gevraagd voor de diaconie

Orgelspel

 


Na de dienst kunt u koffiedrinken in de grote zaal.