In de bijbel is Hand. 27 het verhaal van Paulus’ schipbreuk voor de kust van Malta.
Paulus is op reis naar de keizer in Rome bij wie hij in hoger beroep is gegaan. Maar dan komt het schip in zwaar weer terecht. Het verhaal roept beelden op die akelig sterk doen denken aan die van de wrakke bootjes die op dit moment de Middellandse Zee oversteken. Paulus lijdt uiteindelijk ook schipbreuk en wel voor de kust van Malta. Maar alle 276 opvarenden worden gered, nadat Paulus voor hen onder dankzegging – eucharistesen – het brood heeft gebroken.
Het is een prachtig verhaal.
Paulus zit op het schip zoals ook Jezus ooit op een schip dat in de storm verzeild was geraakt, aanwezig was.
Wat Jezus in het evangelie meemaakte en Paulus in Handelingen, dat kan ons ook overkomen. Dat is de belofte van dit verhaal. Een mens moet soms veel doormaken, moet soms net als deze schepelingen veel ballast loslaten, zal ooit zelf ook het eigen schip moeten verlaten, maar zal uiteindelijk door de nacht heen het licht zien. En aan land komen. Want het gaat om het Evangelie. Dat lijdt geen schipbreuk maar moet naar Rome, het toenmalige centrum van de wereld. Jezus is immers de Levende en vanuit Rome gaat zijn blijde boodschap van redding en genade de wereld over. Meer hierover zondag in de overweging.
Ds. Henk Talsma
Gepubliceerd op: 09-07-2020