Protestantse Kerk

Kerkdienst

zondag 12 juli 2020
Aanvang: 10:00 uur
Dienst: Kerkdienst
Voorganger: Ds. Henk Talsma
Locatie: Bethlehemkerk

Collectebestemming: Diaconie, KRM-raam liturgisch centrum, Onderhoud kerkelijke gebouwen,

Jezus evangelie lijdt geen schipbreuk

In de bijbel is Hand. 27 het verhaal van Paulus’ schipbreuk voor de kust van Malta.
Paulus is op reis naar de keizer in Rome bij wie hij in hoger beroep is gegaan. Maar dan komt het schip in zwaar weer terecht. Het verhaal roept beelden op die akelig sterk doen denken aan die van de wrakke bootjes die op dit moment de Middellandse Zee oversteken. Paulus lijdt uiteindelijk ook schipbreuk en wel voor de kust van Malta. Maar alle 276 opvarenden worden gered, nadat Paulus voor hen onder dankzegging – eucharistesen – het brood heeft gebroken.


Het is een prachtig verhaal.


Paulus zit op het schip zoals ook Jezus ooit op een schip dat in de storm verzeild was geraakt, aanwezig was.
Wat Jezus in het evangelie meemaakte en Paulus in Handelingen, dat kan ons ook overkomen. Dat is de belofte van dit verhaal. Een mens moet soms veel doormaken, moet soms net als deze schepelingen veel ballast loslaten, zal ooit zelf ook het eigen schip moeten verlaten, maar zal uiteindelijk door de nacht heen het licht zien. En aan land komen. Want het gaat om het Evangelie. Dat lijdt geen schipbreuk maar moet naar Rome, het toenmalige centrum van de wereld. Jezus is immers de Levende en vanuit Rome gaat zijn blijde boodschap van redding en genade de wereld over. Meer hierover zondag in de overweging.


Ds. Henk Talsma.

 

Collecten:
De collecten vanuit de Bethlehemkerk zijn vandaag bestemd voor Diaconie, Mozaïekraam en Onderhoud kerkelijke gebouwen.
U kunt uw bijdrage overmaken naar Hervormde gemeente Bethlehemkerk, NL51 RABO 0353 0022 16 o.v.v. collecte 12 juli.

Liturgie:
Voorgangers: Ds. Henk Talsma
Organist: Robert van Eijl
Lector: Suzan Huibers
Thema: “Jezus’ evangelie lijdt geen schipbreuk” (n.a.v. Hand. 27:21-25)

Voor de dienst: Ev. Lb. 315

Ev. Lb. 230

HH 16

Verstilling

Intochtspsalm: Ps 84: 1,2,4
    
Onze hulp – Groet
Klein Gloria NLB 195

Gebed van toenadering/ Schuldbelijdenis en Genadeverkondiging


Aanmoediging tot leven

NLB 310 – Eén is de Heer, de God der goden

Gebed om de opening van het Woord


Gesprekje met de kinderen.
E.L. 478

Schriftlezing: Psalm 107:1-9; 23-32

107 1 Loof de HEER, want hij is goed,
          eeuwig duurt zijn trouw.’
       2 Zo spreken zij die door de HEER zijn verlost,
          die hij verloste uit de greep van de angst,
       3 bijeenbracht uit alle landen,
          uit het oosten en het westen,
          uit het noorden en het zuiden.
       4 Soms doolden zij door de woestijn,
          maar een weg in de wildernis,
          een stad, een woonplaats vonden ze niet.
       5 Ze kregen honger en dorst
          en kwijnden van uitputting weg.
       6 Ze riepen in hun angst tot de HEER –
         hij heeft hen bevrijd uit vele gevaren,
       7 hij wees hun de rechte weg,
          de weg naar een stad, een woonplaats.
       8 Laten zij de HEER loven om zijn trouw,
          om zijn wonderen aan mensen verricht,
       9 wie dorst had, gaf hij te drinken,
          wie honger had, volop te eten.
     

      23 Soms daalden zij af naar zee,
           gingen scheep en bevoeren het wijde water,
      24 ze zagen de daden van de HEER,
           zijn wonderen op de oceaan.
      25 Hij sprak en ontketende storm,
            hoog zweepte hij de golven op.
      26 Zij stegen tot aan de hemel, vielen neer in de diepte,
            hun maag keerde om van ellende,
       27 ze tolden en tuimelden als dronkaards,
            alle kennis baatte hun niets.
       28 Ze riepen in hun angst tot de HEER –
            hij leidde hen weg uit vele gevaren,
       29 hij bracht de storm tot zwijgen,
            de golven gingen liggen.
       30 Het verheugde hen dat de zee tot rust kwam,
            hij bracht hen naar een veilige haven.
       31 Laten zij de HEER loven om zijn trouw,
            om zijn wonderen aan mensen verricht,
       32 hem hoog verheffen als het volk bijeen is,
            hem loven in de kring van de oudsten.

Lied: Ps. 107:12,13,15

Schriftlezing: Handelingen 27:9-25

9 Er was al geruime tijd verstreken en ook de tijd van het vasten was al voorbij, zodat het gevaarlijk werd om uit te varen. Daarom waarschuwde Paulus de bemanning als volgt: 10 'Ik voorzie grote moeilijkheden als we nu uitvaren: niet alleen lopen de lading en het schip gevaar, maar ook onze levens.’ 11 Maar de centurio stelde meer vertrouwen in de stuurman en de kapitein dan in de woorden van Paulus. 12 Omdat de haven ongeschikt was voor overwintering, nam de meerderheid het besluit uit te varen in de hoop Feniks te bereiken, een haven op Kreta die bescherming biedt tegen de zuid- en noordwestenwind, en daar te overwinteren.
13 Toen er vanuit het zuiden een lichte bries opstak, dachten ze hun plan te kunnen uitvoeren. Ze lichtten het anker en kozen zee, en voeren zo dicht mogelijk onder de kust van Kreta. 14 Maar al spoedig stak er een hevige aflandige wind op, die Eurakylon wordt genoemd. 15 Omdat het schip werd meegesleurd en we geen kans zagen bij te draaien, gaven we onze pogingen op en lieten ons meedrijven. 16 Toen we onder de lij van het eilandje Kauda kwamen, lukte het ons met de nodige moeite om de sloep langszij te krijgen. 17 De bemanning hees de sloep omhoog en verstevigde bij wijze van veiligheidsmaatregel de romp van het schip met touwen. Uit angst om in de Syrte aan de grond te lopen, wierpen ze het drijfanker uit en lieten het schip drijven. 18 Het geweld van de storm was zo groot dat ze de volgende dag een deel van de lading overboord gooiden, 19 en de dag daarna wierpen ze zelfs de scheepsuitrusting in zee. 20 Dagenlang waren de zon noch de sterren te zien en bleef de storm in alle hevigheid woeden, zodat we ten slotte elke hoop op redding verloren.
21 Al geruime tijd had niemand aan boord nog iets gegeten. Toen sprak Paulus de opvarenden als volgt toe: ‘Had maar naar mij geluisterd, dan waren we op Kreta gebleven. Dan waren ons deze moeilijkheden bespaard gebleven en was er niets verloren gegaan. 22 Maar toch roep ik jullie op om moed te houden, want niemand van jullie zal omkomen, alleen het schip zal verloren gaan. 23 De afgelopen nacht werd ik namelijk bezocht door een engel van de God aan wie ik toebehoor en die ik dien. 24 Hij zei: “Wees niet bang, Paulus, je moet voor de keizer verschijnen, en daarom heeft God je in zijn goedheid het leven van alle opvarenden geschonken.” 25 Houd dus moed, mannen, want ik stel vertrouwen in God en verwacht dat het zo zal gaan als me gezegd is.

E.L. 187

Verkondiging: “Jezus’ evangelie lijdt geen schipbreuk” (n.a.v. Hand. 27:21-25)

Muzikale meditatie

Collecte

Past. mededelingen

Gebed- stil gebed - onze Vader

NLB 146c:1,2,3

Zegen met gezongen ‘Amen’

Copyrights:
De bijbelteksten in deze liturgie is/zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling ©️ Nederlands Bijbelgenootschap 2004,
en/of de bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, ©️ Nederlands Bijbelgenootschap 2014.