Protestantse Kerk

Kerstgezins-dienst

zaterdag 24 december 2022
Aanvang: 19:00 uur
Dienst: Kerstgezinsdienst
Voorganger: Ds. Bert Ridder
Locatie: Bethlehemkerk

Collectebestemming: Kinderen in de knel (GKW Diaconie), GKW Kerkenwerk,

Kerstgezins-dienst

In deze gezinsdienst op kerstavond beluisteren en bekijken we het kerstevangelie vanuit het perspectief van dieren die in het kerstverhaal voorkomen (of wat de traditie daarvan gemaakt heeft). We zien uit naar een mooie en vrolijke viering!

Bert Ridder.

De collecte is vandaag bestemd voor GKW Kinderen in de knel en GKW Kerkenwerk.
In de kerk wordt gecollecteerd. Wanneer u thuis de dienst meebeleeft kunt u uw bijdrage overmaken; de opbrengst wordt tussen beide bestemmingen verdeeld.
U kunt uw bijdrage overmaken naar:
- Hervormde gemeente Bethlehemkerk, NL51  RABO 0353 0022 16 o.v.v. collecte kerstgezinsdienst 24 december 2022,
of naar
- Gereformeerde Kerk Papendrecht, NL18 INGB 0000 6546 40 o.v.v. collecte kerstgezinsdienst 24 december 2022.
Dit kan via deze link of door de QR code te scannen:


 

Liturgie (ingekort):                                                                Download liturgie

Orgelspel

Welkom
Ontsteken Adventskaarsen door Norah Vonk en gedichtje gelezen door Eline van Berkel

Aanvangslied – staande:

Lied 486: 1, 2 en 3 (Midden in de winternacht )

Bemoediging en groet

Lied: Ga je mee op zoek naar het Koningskind?

Ga je mee op zoek naar het koningskind?
Ga je mee op zoek, want wie zoekt, die vindt.
Ga je mee op zoek naar het koningskind?
Want wie zoekt, die vindt!

Ga je mee op reis? Wie weet lang en ver.
Ga je mee op reis? Kijk, daar is de ster!
Ga je mee op reis? Wie weet lang en ver,
kijk daar is de ster!

We hebben die ster, daar in het westen gezien.
De mooiste van de mooiste, de lichtste bovendien.
Er is een kind geboren, een kind als nooit tevoren.
Een heel bijzonder koningskind misschien…

Ga je mee op zoek naar het koningskind?
Ga je mee op zoek, want wie zoekt, die vindt.
Ga je mee op zoek naar het koningskind?
Want wie zoekt, die vindt!

Ga je mee op zoek naar het koningskind?
Ga je mee op zoek, want wie zoekt, die vindt.
Ga je mee op zoek naar het koningskind?
Want wie zoekt, die vindt!

Lalala…
Want wie zoekt, die vindt! (3x)

Gebed
Kerstevangelie, gelezen door Sarah ’t Jong  (Lucas 1: 26-38; 2: 1-7; 2: 8-20 en Mattheüs 2: 1-12)_

Jezus wordt geboren
In Nazareth woont een jonge vrouw. Haar naam is Maria. Ze gaat trouwen met Jozef. Op een dag krijgt Maria bezoek van Gabriël. Hij is een engel van God. ‘Dag Maria’, zegt de engel vriendelijk. ‘De Heer zorgt voor je. Hij zal je zegenen.’ Maria schrikt. Wat bedoelt de engel? Gabriël stelt haar gerust. ‘Wees niet bang, Maria. God houdt van je. Luister! Je zult een kindje krijgen, een zoon. Als hij geboren is, moet je hem Jezus noemen. Jezus betekent redder. Hij zal voor altijd koning van Israël zijn.’ Maria wordt blij. Mag zij de moeder worden van de redder, die God heeft beloofd? Maar een kindje moet toch een vader hebben? Ze is nog niet getrouwd met Jozef. Maria vraagt aan de engel hoe dat kan. De engel zegt: ‘God zelf zal ervoor zorgen dat de baby in je buik gaat groeien. Jouw kindje is de Zoon van God.’ Maria gelooft de engel. Eerbiedig zegt ze: ‘Het is goed wat de Heer doet.’
De keizer, die over Israël regeert, wil alle mensen in zijn rijk tellen. Iedereen moet zich inschrijven in de stad waar zijn familie vandaan komt. Jozef en Maria gaan daarom op reis naar Bethlehem. Dat is moeilijk. Maria verwacht haar kindje. Kan zij nu zo’n lange reis maken? Het is niet anders. Het is een bevel van de keizer.
Eindelijk zijn ze in Bethlehem. Maria is moe. Ze voelt dat het kindje gauw zal komen. Waar moeten ze nu slapen. Jozef en Maria komen bij de herberg. De waard schudt zijn hoofd. De herberg is vol. Ze kunnen wel in de stal slapen bij de dieren. In de stal wordt Jezus geboren. Maria wikkelt haar kindje in een doek. Ze heeft geen wieg. Daarom legt ze het kindje in de voerbak van de dieren.
Niet ver daarvandaan passen de herders op de schapen. Opeens schijnt er een stralend licht in de donkere nacht. De herders schrikken. Midden in het licht zien ze een engel staan! ‘Wees niet bang’ zegt de engel.  ‘Ik kom jullie groot nieuws brengen. In Bethlehem is Jezus geboren. Hij is de redder die God heeft beloofd. Ga maar kijken. Het kindje is in een doek gewikkeld en ligt in een voerbak.’ De hemel straalt. Er komen nog meer engelen. Ze zingen samen een prachtig lied voor God.
De herders gaan vlug naar de stal. Daar vinden ze Jozef, Maria en het kindje. Precies zoals de engel heeft gezegd. De herders vertellen wat ze hebben gehoord. Maria onthoudt alle woorden goed. Blij gaan de herders weer terug naar de schapen.
In een ver land wonen geleerde mannen, die de sterren bestuderen. Op een avond zie ze een heel bijzondere ster aan de hemel. Die ster betekent dat de koning van de Joden is geboren! De mannen gaan op reis naar het land Israël. Ze nemen een kistje mee met cadeaus voor Jezus. Als ze in de buurt van Bethlehem zijn, zien ze de ster weer. De ster wijst het huis aan, waar Jezus is. De mannen zijn ontzettend blij dat ze Jezus gevonden hebben! Ze gaan naar binnen, en vinden Maria met het kindje. De wijze mannen buigen diep voor Jezus en geven hem dure cadeaus: goud, wierook en mirre. Daarna gaan ze weer terug naar hun eigen land.
Een hele tijd later gaan Jozef en Maria met Jezus terug naar hun huis in Nazareth. Daar groeit Jezus op. Hij wordt sterk en wijs.

Lied: Eeuwenlang geleden

Eeuwenlang geleden, in een donker dal,
zochten herders naar een Kindje in een arme stal.
Nog maar pas geboren, al zo lang verwacht,
en er zongen eng’lenkoren door de nacht,
ze zongen:
Gloria, gloria, voor het Kindje klein en teer.
Gloria, gloria, voor de allerhoogste Heer.

Eeuwenlang geleden was ik er niet bij,
maar het wonder is gebleven, ook voor jou en mij.
Want datzelfde Kindje, uit die arme stal,
eren wij nu als de Koning van ’t heelal,
we zingen:
Gloria, gloria, voor het Kindje klein en teer.
Gloria, gloria, voor de allerhoogste Heer.
Gloria, gloria, voor het Kindje klein en teer.
Gloria, gloria, voor de allerhoogste Heer.

Inleiding op het Kerstspel

Kerstspel:  Het Kerstverhaal door de ogen van de dieren - eindigend in het lied: Noël

De eerste Noël, heeft een engel verteld,
aan eenvoudige herders, die sliepen in ’t veld.
Zij waren in ’t veld, in die wondere nacht,
toen het Kind werd geboren, dat vrede bracht.
Noël, Noël, Noël, Noël, Hij is de Koning van Israël.

Zij gingen op weg en zij zagen en ster,
die verscheen in het Oosten, zo hoog en zo ver.
Noël, Noël, Noël, Noël, Hij is de Koning van Israël.

Zij volgden een licht, zo stralend en zacht,
en ze vonden de Koning die vrede bracht.
Noël, Noël, Noël, Noël, Hij is de Koning van Israël.

Kerstquiz:

Lied: Er is een kindeke geboren op aard’

Gebeden: door de dominee en door … en …

Collecte aankondigen

Slotlied – staande: Lied 487: 1 en 2

Zegen, beantwoord met: Amen

Orgelspel