We lezen Handelingen 1:12-14 en Johannes 17:1-11a. Jezus is naar de hemel gegaan en het lijkt of Hij zijn kerk als wezen achterlaat. Wij blijven nog in deze wereld, wij kunnen niet weten of kennen waarheen Jezus ons is voorgegaan. Het enige wat we als gelovigen kunnen begrijpen, is dat we gerust mogen zijn in de toekomst. Wij behoren God toe. Die troostende boodschap wil Johannes doen horen vlak voor Pinksteren. Het was voor die kleine groep angstige gelovigen heel donker, toen ze gingen schuilen in de bovenzaal te Jeruzalem, het zaaltje waar Jezus afscheid van hen had genomen. Misschien gingen ze daar schuilen om elkaars hand vast te houden. Ze gingen bidden. Bidden is sterker dan we durven denken, in deze coronatijden. Oost-Duitse christenen hebben destijds gebeden in de weken voor de val van de Duitse muur. Een Duitse krant schrijft: ‘Bidden helpt, want het betekent dat er altijd hoop is.’ Als we elkaar niet loslaten in het donker, als we kunnen bidden tegen beter weten in, is er hoop. Die hoop kan ons staande houden, ook in deze tussentijd, tussen het heengaan van Jezus en de bevrijdende komst van zijn Geest die alles anders zal maken. Bidden in het donker is belijden: er komen andere tijden. Thema is: In de bovenzaal te Jeruzalem.
Gepubliceerd op: 22-05-2020