Kerkdienst

zondag 26 september 2021
Aanvang: 10:00 uur
Dienst: Kerkdienst
Voorganger: Ds. Birke Rapp
Locatie: De Morgenster

Collectebestemming: Diaconie, Algemeen kerkelijk arbeid,


Downloaden audioDownloaden video

Wat doe jij in vredesnaam?

Het is vandaag vredeszondag. Tijd om stil te staan bij hoe je aan vrede kunt werken in een wereld die vol van onvrede zit in daden en woorden, waar veel polariteit en uitsluiting is tussen volkeren, religies, gezinnen. We lezen het verhaal van de rivaliteit tussen Hagar en Sara uit Genesis 21 en kijken hoe je uit zo een conflict ook iets over vrede met elkaar kunt leren. In deze dienst vindt ook de bevestiging van drie ambtsdragers plaats. Thema: Wat doe jij in vredesnaam?
Birke Rapp.

Birke Rapp.


De collecte is vandaag bestemd voor Diaconie en Algemaan kerkelijke arbeid.
De opbrengst wordt tussen deze bestemmingen verdeeld.
U kunt uw bijdrage overmaken naar Gereformeerde Kerk Papendrecht, NL18 INGB 0000 6546 40 o.v.v. collecte DD MMM 2021.
Dit kan via deze link of door de QR code te scannen:


LITURGIE

Voorganger:

ds. Birke Rapp

Organist:

Arie de Bruijn

M.m.v.:

Christel de Bruijn en John Peter Kuntz

Lector:

Marian van den Bos

Kindernevendienst:

Groep 1 t/m 8

 

VOORBEREIDING

Welkomstwoord

Stilte voor persoonlijke voorbereiding

Lied van verstilling: Lied 62a (allen 2x)

Bemoediging
v.: Onze hulp en onze verwachting
g.: is van God, onze Heer.
v.: Hij die alles maakte,
g.: laat niet los wat Hij begon.

Groet
v.: Genade zij ons van God onze Vader en Moeder
     en van Jezus Christus, mens onder de mensen,
     in de heilige adem van God die ons leven inblaast, ons bezielt en verwart.
g.: Amen.

Aanvangslied: Vrede voor jou (melodie: “Zo maar een dak”)
Vrede voor jou, hierheen gekomen,
zoekend met ons om mens te zijn.
Jij maar alleen, jij met je vrienden,  
jij met je last, verborgen pijn.            
Vrede, genade, God om je heen,       
vergeving, nieuwe moed / voor jou en iedereen.   

Niemand komt hier vrij van het kwade,
niemand gaat hier straks weer vrijuit.
Niemand te veel, niemand te weinig,
niemand te groot, geen een te klein –
dit wordt verbeeld in woord en gebaar,
tot ooit en overal / wij leven van elkaar.

U die ons kent, u die ons aanvoelt,
u die de hele wereld draagt:
kom naar ons toe, leer ons te leven,
help ons te zien wat ieder vraagt –
tijd om te leven, kans om te zijn,
een plek om nu en ooit / gezien, aanvaard te zijn.

Gebed om ontferming
v.: … en laten wij verder bidden door een loflied

Loflied: Geef ons dat wij durven leven (melodie: Ode aan die Freude van Ludwig van Beethoven)
Geef ons dat wij durven leven
dat er toekomst kan bestaan
dat wij dromen verder geven,
dat er wegen opengaan.
Dwars door grenzen en patronen
boven feiten en verstand,
boven al het dood-ge-wone
uit naar een nieuw toekomstland.

Niet met macht en stalen vuisten,
niet met rijkdom, brute kracht,
niet met pracht en holle luister
wordt een volk tot heil gebracht.
Wie de mens wil laten leven
zonder honger, angst en pijn,
zal zijn macht en pracht opgeven
en zal een der hunnen zijn.

Al wie sterk is zal zijn krachten
lenen aan de zwakkeling,
al wie slim is zal gedachten
schenken aan een nieuw begin,
En elk voetstuk zal verdwijnen
zal gaan dienen als een tree
voor de armen en de kleinen
want zij tellen voortaan mee.

ROND HET WOORD

Gesprek met de kinderen

Gebed van de zondag

1e lezing: Genesis 21,1-21

1De HEER zag om naar Sara zoals hij had beloofd, hij gaf haar wat hij had toegezegd: 2Sara werd zwanger en baarde Abraham op zijn oude dag een zoon, op de vastgestelde tijd, die God hem had genoemd. 3Abraham noemde de zoon die hij gekregen had en die Sara hem gebaard had, Isaak, 4en hij besneed Isaak toen deze acht dagen oud was, zoals God hem had opgedragen. 5Abraham was honderd jaar toen zijn zoon Isaak werd geboren. 6‘God maakt dat ik kan lachen,’ zei Sara, ‘en iedereen die dit hoort zal met mij mee lachen. 7Wie had Abraham durven voorspellen dat ik ooit een kind de borst zou geven? En toch heb ik hem op zijn oude dag nog een zoon gebaard!’
8Het kind groeide voorspoedig op, en toen de dag gekomen was dat het van de borst werd genomen, gaf Abraham een groot feest. 9Sara zag dat de zoon die Abraham bij Hagar, haar Egyptische slavin, had gekregen, spottend lachte. 10Daarom zei ze tegen Abraham: ‘Jaag die slavin en haar zoon weg, want ik wil niet dat mijn zoon Isaak later de erfenis moet delen met de zoon van die slavin.’ 11Dit voorstel beviel Abraham allerminst; het ging immers om zijn eigen zoon.

12Maar God zei tegen hem: ‘Je hoeft je niet bezwaard te voelen vanwege de jongen of je slavin. Alles wat Sara je vraagt moet je doen, want alleen de nakomelingen van Isaak zullen gelden als jouw nageslacht. 13Maar ook uit de zoon van je slavin zal ik een volk doen voortkomen, omdat ook hij een kind van je is.’14De volgende morgen vroeg nam Abraham brood en een zak water, legde dat op Hagars schouder, gaf haar ook het kind mee en stuurde haar weg. Ze trok de woestijn van Berseba in en doolde daar rond. 15Toen het water uit de zak op was, liet ze haar kind onder een struik achter. 16Zelf ging ze een eindje verderop zitten, op een boogschot afstand, omdat ze niet kon aanzien hoe haar kind stierf. En terwijl ze daar zo zat, huilde ze bittere tranen. 17Maar God hoorde de jongen kermen, en een engel van God riep Hagar vanuit de hemel toe: ‘Wat is er, Hagar? Wees niet bezorgd: God heeft je jongen, die daar ligt te kermen, gehoord. 18Sta op, help de jongen overeind en ondersteun hem. Ik zal een groot volk uit hem doen voortkomen.’ 19Toen opende God haar de ogen en zag ze een waterput. Ze liep ernaartoe, vulde de waterzak en gaf de jongen te drinken. 20God beschermde de jongen, zodat hij voorspoedig opgroeide. Hij leefde als boogschutter in de woestijn. 21Hij ging in de woestijn van Paran wonen, en zijn moeder koos een Egyptische vrouw voor hem uit.

Zingen: Lied 860,1.2.3 (1 zangers, 2 zangers en refrein allen, 3 allen)

2e lezing: Genesis 25,7-11

7Abraham leefde honderdvijfenzeventig jaar. 8Hij stierf in gezegende ouderdom; na een lang leven blies hij de laatste adem uit en werd hij met zijn voorouders verenigd. 9Zijn zonen Isaak en Ismaël begroeven hem in de grot van Machpela op het land van Efron, de zoon van de Hethiet Sochar, dicht bij Mamre, 10het stuk land dat Abraham van de Hethieten had gekocht. Daar ligt Abraham begraven, evenals zijn vrouw Sara. 11Na Abrahams dood zegende God Isaak, zijn zoon, die bij de bron Lachai-Roi ging wonen, dezelfde plek waar God naar Hagar omzag, haar ogen opende en ze een waterput zag.

Zingen: Lied 397 (1 zangers, 2 en 3 allen)

Uitleg en verkondiging

Meditatieve muziek

Zingen: Lied 1014,1.2.3.4

BEVESTIGING

Opdracht en presentatie van de nieuwe ambtsdragers
Jolanda Fortuin, Wil de Boer en Louis Lodder

Gebed, vragen en antwoord

Handoplegging en zegen

Verwelkoming door de gemeente:
v.: Gemeente, dit zijn uw nieuwe ambtsdragers.
     Ik vraag u:
     wilt u hen in uw midden ontvangen
     en hen als gemeente in hun ambt ondersteunen
     en dragen in uw gebeden
     opdat zij mogen ervaren dat zij het niet alleen hoeven te doen?
     Gemeente van Christus, wat is daarop uw antwoord?
g.: Ja, van harte    

Zingen: Lied 686,2 (allen)

GEBEDEN EN GAVEN

Gedachtenis de heer Sam de Bruijn

Zingen: Ga maar gerust van Sytze de Vries
Ga maar gerust, want Ik zal met je meegaan.
Ik ben je baken, ook in diepe nacht.
Ik ben de stem die steeds in jou zal opstaan.
Ik ben de hand die op je vriendschap wacht.
Ik ben het licht, dat voor je voeten uitgaat.
Ik ben de wind waardoor je adem haalt.
 
Ga maar gerust, want Ik zal met je meegaan.
Ik ben de liefde, die een mens je schenkt.
Ik ben de hoogste toon die jij kunt aanslaan.
Ik ben de verte, die verlangend wenkt.
En, kom je thuis, de laatste mist verdwenen,
ben Ik de hand, die al je tranen wist.

Pastorale mededelingen

Over de collecte

Gebeden
v.:    ….zo bidden en zingen wij: (lied 368j – allen)
Stil gebed – Onze Vader

Slotlied: Lied 418,1.2.3
 
Zegen

Bij de uitgang worden uw gaven gevraagd voor de diaconie en Algemeen Kerkelijke Arbeid.

Orgelspel